Dichter John Donne maakte ooit een goed punt: ‘No man is an island’. Wie toch even helemaal op zichzelf wil zijn, kan naar Pine Cay, een van de best bewaarde geheimen van de Caraïben.
Je moet er wat voor over hebben om Pine Cay te bereiken. Het afgelegen privé-eiland van 800 hectare op Turks en Caicos heeft welgeteld één hotel, de eindbestemming van onze trip. Na een treinreis van twee uur naar Londen, een vlucht van meer dan tien uur naar het hoofdeiland Providenciales en een korte rit met de speedboot (deden we met een glas champagne in de hand!), doemt het resort eindelijk op tussen het azuurblauwe water en de golvende zandduinen. Pine Cay is het toppunt van afzondering. Met amper elf kamers en twee vrijstaande suites valt hier nauwelijks een toerist te bespeuren. En als je net als wij buiten het seizoen reist, voelt dit echt aan als jóuw eiland.
Low-key, no key
In realiteit is Pine Cay in het beheer van een hechte groep families die in de jaren 70 op slag verliefd werden op het eiland en er enkele tientallen huizen lieten bouwen. Vandaag komen hun (klein)kinderen nog graag op vakantie of ze verhuren hun buitenverblijf aan de lucky few. Deze week mogen wij van geluk spreken, want we zijn te gast bij Pine Cay’s vijfsterrenhotel dat in 2021 een complete transformatie onderging als deel van de luxueuze Relais & Châteaux-keten. De zee- en zandkleurige kamers met lichthouten accenten zijn low-key maar tegelijk elegant, warm en uitnodigend. En niet onbelangrijk: ze beschikken allemaal over een prachtige buitendouche en een patio met directe toegang tot het stralend witte strand. Het wordt al snel een ritueel: ‘s ochtends bij de zee genieten van de zonsopgang en een kop koffie. Dat we hier rondfladderen zonder sleutel om de kamer af te sluiten, went wat moeilijker. Maar ook dat hoort bij het zorgeloze eilandleven.
Dollars in het zand
Hoe verfijnd elke ruimte ook oogt, van de premium kamers tot de Tiki Beach Bar, het is het landschap dat met alle aandacht gaat lopen. Op Pine Cay draait alles rond verbondenheid met de natuur. De paradijselijke oase bevindt zich aan de rand van ‘s werelds op twee na grootste barrièrerif, dus er valt heel wat te beleven. We kajakken door de mangrove, leren diepzeeduiken en gaan op schattenjacht met kapitein Ricardo. Hij weet als geen ander waar de sand dollars – lees: zee-egels – verborgen liggen. Jammer dat je er niet mee kunt betalen in de Sand Dollar Spa van het hotel, want de behandelingen zijn hemels en 100% natuurlijk. Denk: remineraliserend zeezout en tropische papaja- en ananasextracten.
Ook chef Pablo Cabrera Navarro uit Costa Rica profiteert van al het lekkers dat de natuur op Pine Cay te bieden heeft. Zijn keuken werkt volgens het principe van de korte keten: rechtstreeks van de zee naar het bord. Zo blijft niet alleen de impact op het milieu beperkt, maar krijgen gasten de kans om lokale specialiteiten te ontdekken. Wij proeven meermaals van de gefrituurde conch en krijgen zelfs een passend souvenir mee naar huis. Met onze eigen koninginneschelp op zak trekken we weer richting speedboot, vliegtuig en trein.
Prijzen vanaf € 1400 per kamer per nacht, inclusief maaltijden, transfers vanaf het vasteland, watersporten, zeilen en alle activiteiten op het eiland.
