Roméo Elvis over zijn album ‘Chocolat’, roem en drinkbussen

Geüpdatet op 27 juni 2019 door Céline Pécheux en ELLE België Foto’s: Justin Paquay
Roméo Elvis over zijn album ‘Chocolat’, roem en drinkbussen

Met de release van zijn album 'Chocolat' ontpopt de grote broer van Angèle zich tot boegbeeld van de rebelse Brusselse rapscene. Interview met een briljante, grappige en bijwijlen bijna normale kunstenaar.

Het is moeilijk om niet weg te dromen bij de single ‘Malade’, de fantastische ouverture van het eerste soloalbum van Roméo Elvis. In elke track dompelt de 26-jarige rapper ons onder in de melancholie en de nostalgie die hij voelt bij z’n overgang naar volwassenheid. ‘Chocolat’ (Franse slang voor cannabis, red.) is een sterk album met bijdragen van Damon Albarn, M en Zwangere Guy. We spreken Roméo tijdens zijn promotiemarathon bij koffiebar Moka. Verslag van een urenlange babbel.

Het liefst van al ben ik op mijn eentje. Ik verlang maar één ding: rust

‘Chocolat’ is je tweede album maar ook - en vooral - je eerste soloplaat. Voelde je druk?
“Om eerlijk te zijn beschouw ik ‘Chocolat’ als mijn eerste album. Het is mijn eerste baby. Vroeger vormde ik een tandem met Le Motel. We deden alles samen en sloten dus ook veel compromissen. Nu ik alles zelf doe, is dat niet nodig. Het is een veel persoonlijker album, waarop ik uiteenlopende onderwerpen aankaart. Ik vertel verhalen die ik beleefd heb of nog beleef.”

Hoelang heeft het geduurd om dit album te maken?
“Lang. Het schrijven duurde twee jaar. Sommige dingen schreef ik al in de tijd van Le Motel, maar bewaarde ik voor later. Aan de studio-opnames hebben we zeven maanden intensief gewerkt. Ik stond heel vroeg op en ging heel laat weg, had elke dag een doel dat ik moest halen. Zoals in de fabriek, quoi.”

Je begint het album met het statement ‘Ik wil helemaal alleen zijn’. Dat komt terug in je nummer ‘Solo’. Ben je andere mensen zo beu?
“Ik realiseer me dat ik vandaag het meest op zoek ben naar eenzaamheid. Het liefst van al ben ik op mijn eentje. Ik woon in Brussel. Mensen kennen mij. Ze houden me tegen op straat, bellen bij me thuis aan. Ik heb geen rust meer. Vroeger ging ik uit, ik dronk, ik was aan het feesten. Dat vond ik leuk. Vandaag ben ik clean. Ik doe mijn concerten, ik reis veel en als ik niet werk, verlang ik maar één ding: rust.”

Ben je nu te oud om nog de jongere uit te hangen?
“Ja, dat zeg ik ook in een van mijn nummers. Tijdens het opnemen van het album besefte ik dat ik een kaap was gepasseerd. Ik ben 26 en zelfs al is dat niet oud, het werd tijd om met een aantal dingen te stoppen. Ik besef dat mijn lichaam niet meer zo vlot recupereert. Op mijn 22ste kon ik feesten als een gek en me de volgende dag goed voelen. Vandaag gaat dat niet meer. Ik ben met alle drugs en alcohol gestopt. Ik schrijf overdag en pas als mijn tekst goed zit, ontspan ik me.”

Het is dankzij muziek dat ik mijn tinnitus kan verdragen

Wat vind je van CBD-olie?
“Ik ben een geweldige fan. Ik ben fan van de plant zelf, en zo kan ik de smaak en de geur van hennep hebben, zonder het hallucinogene effect. Het is een passie. Sommige mensen zijn gek op chocolade en gaan overal ter wereld op zoek naar de beste cacaobonen. Ik heb dat met weed. Ik hou van weed zoals ik van voetbal hou. Maar ik post geen foto’s meer op internet met een joint in mijn hand. Ik ben me bewust van mijn impact en wil de consumptie niet stimuleren.”

Romeo Elvis interview

Je single ‘Malade’ is melodieuzer dan je vorige nummers. Het is onversneden rock! Wilde je het genre verkennen dat een stempel drukte op je kinderjaren?
“Rock is de muziek van mijn vader. Het maakt deel uit van mijn DNA. In attitude en persoonlijkheid blijf ik een rapper, maar ik vind het leuk om van het ene genre naar het andere te springen. Ik ben behoorlijk rock in mijn manier van rappen, eigenlijk.”

In ‘Malade’ spreek je ook over een oor dat je hoofdpijn geeft ...
“Ik heb al van jongs af aan last van een permanent gefluit in mijn oor. Het maakt me gek. Mijn gehoor is echt dat van een oud mannetje. Een muzikant met gehoorproblemen, dat is paradoxaal. Tegelijk is het dankzij de muziek dat ik mijn tinnitus kan verdragen. Stilte is ondraaglijk voor mij. Om te slapen rook ik en doe ik intensief aan sport. Daarna ben ik afgemat en ga ik vroeg naar bed.”

Je hebt de levensstijl van een marathonloper in plaats van een rapper!
“Ik let al een paar maanden heel erg op mijn gezondheid. Ik ben zelfs gestopt met vlees eten. In de eerste plaats om ethische, in de tweede plaats om ecologische redenen.”

Je had voorspeld dat de featurings op je album zouden verrassen ... Missie geslaagd! Samenwerken met Damon Albarn, was dat een kinderdroom?
“Fantastisch, toch? Toen mijn platenmaatschappij hem het nummer aanbood en hij akkoord ging, was ik bang dat het gewoon een financiële deal was en verder niks. Over het algemeen is geld het eerste waar je met internationale sterren over onderhandelt. Dat was hier totaal niet het geval. Voordat Damon ja zei, had hij me gegoogeld. Hij bekeek de clip van ‘300’, hij zag dat het Belgische rap was – Britten houden van Belgen. Het klikte meteen toen we elkaar ontmoetten. We namen het nummer op in een studio in Parijs. Dat duurde amper twee uur, maar al die tijd was hij totaal gefocust. Hij gaf zijn mening, zong zijn vocals, speelde een pianopartij en het nummer was klaar. Zelf was ik behoorlijk geïntimideerd, ik wist niet waar te kijken. Dat gevoel had ik al lang niet meer gehad. Als ik ergens binnenkom, vind ik die gêne, dat ongemak bij anderen vaak vervelend. Het voelde goed om van mijn piëdestal te vallen. Dat gaat zo met succes, het blaast je ego op.”

Beroemd zijn, dat betekent je privacy opofferen en met een hoodie op je hoofd lopen zodra je je neus buiten steekt

De andere verrassing is je nummer met M...
“Ik ontdekte die kunstenaar toen ik als kassier bij de Carrefour werkte. Zijn stukken werden in een loop afgespeeld. We hebben de track ‘Parano’ via de telefoon gedaan. Veel later pas hebben we elkaar echt ontmoet, tijdens het tv-programma ‘Taratata’. Het is een voorrecht om met een kunstenaar als hij te werken.”

In de jaren negentig waren rappers ook zakenmensen met hun eigen kledingmerk. Jij bent eerder een rapper-reddersfiguur met je drinkbussen... Is dat eco-opportunisme of echt burgerengagement?
“Opportunisme, natuurlijk! (lacht) Door de rage errond heeft het drinkbussenproject vandaag zeker een economische kant. Maar oorspronkelijk kwam het idee van mijn vader (zanger Marka van de groep Allez Allez, red.) Hij gaf me een drinkbus met Kerstmis. Nu is mijn vader nooit goed geweest in cadeaus, maar dat was toch wel miserie, quoi. Vooral omdat hij aan mijn zus hetzelfde gaf... Maar eigenlijk was zijn boodschap: ‘Jullie zijn influencers. Jullie hebben een impact op jonge mensen. Waarom beïnvloeden jullie hen niet om het goede te doen?’ En dus lanceerde ik de hashtag #Magourdeamoi (mijn eigen drinkbus, red.) om jonge mensen te sensibiliseren voor het gebruik van drinkbussen in scholen.

De online petitie heeft al meer dan dertigduizend handtekeningen opgeleverd. We laten het een jaar lopen voordat we druk gaan uitoefenen op de regering. Het is ongelooflijk, de impact die een artiest kan hebben op zijn publiek, en dus gebruik je die kracht maar beter verstandig. Tijdens een concert in Nîmes verkochten we na het optreden meer dan tweehonderd drinkbussen, gewoon omdat ik zelf tijdens de show uit mijn drinkbus had gedronken. Het kost niets en als het helpt om de planeet te redden, waarom niet? Toen heb ik ook beseft dat mijn vader super ecologisch is. Ik vond hem altijd een onnozelaar omdat hij ons verbood om lang onder de douche te staan, maar eigenlijk had hij vanaf het begin gelijk.”

De misogyne rapper, die is verleden tijd?
“Machismo in de rapwereld is een stijlfiguur. Het maakt deel uit van het spel. Wanneer ik de grote macho uithang, is dat vooral ironisch. Wanneer we rappen, proberen we impact te hebben, en wat heeft meer impact dan seks en de bijbehorende clichés? Los daarvan ben ik al heel mijn leven feministisch dankzij mijn moeder (actrice Laurence Bibot, red.) en mijn zus. Angèle is duidelijk geëngageerd, luister maar naar ‘Balance Ton Quoi’, en mijn moeder heeft tientallen keren de Vaginamonologen gespeeld. Dus ik ben blij dat de zaken op dat niveau in beweging komen.”

Zelf ben je momenteel meer een rapper-lover ...
“Ik ben heel erg verliefd. Ik zeg dat ook in mijn album. Te midden van mijn donkere verhalen over breuken en ziekte, is er ‘Soleil’, het stuk dat ik schreef voor haar.”

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Roméo Elvis (@elvis.romeo) op

In het nummer ‘Normal’ rap je dat je een normale vent wil zijn... Vandaag is dat voor jou onmogelijk. Wat vind je leuk aan beroemdheid en wat haat je eraan?
“Het gemak en de financiële middelen zijn cool. Ik heb het geld om te kopen wat ik wil. Ik kan bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd gaan bekijken in de viploges, last minute. Voor de rest zijn de voordelen vrij beperkt... Mensen realiseren zich niet dat beroemd zijn vooral betekent dat je je privacy opoffert. Dat je voortdurend een hoodie op je hoofd moet trekken zodra je je neus buiten steekt. En privacy houdt je juist met beide voeten op de grond. Je moet echt gepassioneerd zijn door muziek om de druk aan te kunnen, de constante commentaren op sociale netwerken, de krantenkoppen, de selfies telkens je uit je huis komt. Mijn zus en ik houden het hoofd koel, wat ons niet belet om elkaar supervaak te bellen en te praten over wat er met ons gebeurt. We maken min of meer hetzelfde mee op hetzelfde moment, en zijn dus een grote steun voor elkaar.”

Ik gebruik mijn muziek om een boodschap door te geven

Hoe is dat, Kerstmis met Laurence Bibot, Marka, Angèle en Roméo Elvis?
“Het is één grote familiereünie. Het is ook grappig, want het lijkt alsof de nonkels tegen de neven hebben gezegd: ‘Val ze nu niet lastig, hé.’ Dus stelt niemand ons vragen over onze bekendheid. Omdat mijn ouders al een beetje de sterren van de familie waren, horen we dingen als: ‘De kleintjes doen het ook niet slecht.’ Allemaal heel normaal.”

Ben je nu gelukkiger dan drie jaar geleden?
“Ik ben al tweeënhalf jaar verliefd en heb doelen bereikt die ik nooit had gedacht te halen. Dus ja, uiteraard.”

Wat zijn je favoriete adressen in Brussel?
“Moka Coffee (Rijkeklarenstraat 5, 1000 Brussel) voor de beste kawa in Brussel, de winkel Bizon 4 (Verversstraat 4, 1000 Brussel) en in de zomer het Flageyplein... Het is er niet bijzonder hip, maar het is echt mijn plekje. Daar is alles ook begonnen.”

Je album heet ‘Chocolat’, het Belgische product bij uitstek. Waar je ook gaat, je zegt dat we de beste zijn en dat Brussel er staat. Vanwaar al dat chauvinisme?
“Ik ben een fan van ons gevoel voor zelfspot. De Rode Duivels, Stromae... We zijn sterk bezig! Aanvankelijk, als rapper in een land dat allesbehalve rap is, moest ik met mezelf lachen. Ik parodieerde de Franse rappers die het getal van hun departement scanderen. Ik deed hetzelfde en maakte de 1630 van Linkebeek (de gemeente waar hij opgroeide, red.) hyper street cred. Op dit album schreeuw ik mijn liefde voor mijn land uit, maar ik heb het ook over de minder mooie aspecten, zoals de koloniale periode in Congo en het huidige immigratiebeleid. Ik zie er zo niet uit, maar ik heb een politiek geweten en gebruik mijn muziek om een boodschap door te geven.”

Beloof dat je altijd in Brussel blijft en nooit naar Panama vertrekt!
“Nooit van mijn leven! Het wordt een beetje ingewikkeld omdat iedereen weet waar ik woon, maar als het kan zou ik hier mijn hele leven willen wonen.”

Als je opnieuw zou moeten beginnen, wat zou je dan anders doen?
“Ik zou alles opnieuw doen.”

Roméo Elvis live aan het werk zien? Dat kan op Dour Festival op zaterdag 13 juli.