Interview: in bed met transgender topmodel Teddy Quinlivan

Geüpdatet op 12 november 2019 door Laura Stynen
Interview: in bed met transgender topmodel Teddy Quinlivan

Theodora ‘Teddy’ Quinlivan is een vaste waarde op de catwalk, maar loopt alleen voor merken die haar als transgender respecteren. Dat ze door haar activisme soms jobs verliest, vindt het 25-jarige model geen punt: “Authentiek zijn is belangrijker dan vriendjes maken.”

Ik ontmoet Teddy in Berlijn bij de lancering van de Pride-collectie van Esprit waarvan ze het gezicht is. In haar suite in Soho House duiken we samen het gigantische bed in. Zo zelfzeker als Teddy nu is, zo moeilijk had ze het vroeger, want ze werd geboren in het lichaam van een jongetje. Als kind al experimenteerde ze met mama’s kleerkast en make-uplade. Op haar zeventiende begon ze haar transitie. Te midden van de hormonale en emotionele rollercoaster die daarbij hoort, nam haar modellencarrière een vlucht. Ze werd ontdekt in 2015 door Nicolas Ghesquière bij Louis Vuitton. “Maar niemand wist dat ik transgender was, ik leefde een geheim leven.”

Waarom besloot je na twee jaar om toch je verhaal te delen?

“Omdat ik het spelletje lang genoeg heb gespeeld. Vandaag zit er een president in het Witte Huis die de rechten van de LGBTQ-gemeenschap stuk voor stuk opdoekt. Ik vind het belangrijk om te laten zien dat transgenders geen freaks zijn. Wij draaien gewoon mee in de samenleving.”

Welke rol speelde mode in je jeugd?

“Het was altijd een belangrijk deel van mijn identiteit, ik zag al jong de link tussen kleding en gender. Rokjes zijn voor meisjes, broeken voor jongens – je weet wel. Maar ik wilde als jongetje jurkjes aandoen. Mode was een tool om te zeggen wat ik niet luidop durfde uitspreken. Zelfs wanneer ik door die kledingkeuze niet door mijn eigen dorp kon lopen zonder dat iemand ‘faggot’ uit het raam schreeuwde of zelfs uit de auto stapte om me aan te vallen. Op een dag vroeg mijn moeder wat er aan de hand was, waarop ik antwoordde: ‘Well uh, I am a girl.’”

Heb je ooit getwijfeld aan je keuze?

“Nee, geen seconde. Maar iedereen rondom mij vertelde me dat ik ‘a boy’ was, waardoor ik wel opgroeide met een schuldgevoel. Ik probeerde heel erg die persoon te zijn die andere mensen wilden dat ik was. Maar ik kon dat niet. Op een bepaald moment haatte iedereen me zo hard dat ik dacht: ‘Screw it, ik ga gewoon mezelf zijn.’”

Als klanten verliezen is de collateral damage is van mijn grote mond, then I don't really care.

Sinds je coming-out vecht je actief voor de rechten van de LGBTQ-gemeenschap en andere minderheidsgroepen. Is de mode-industrie daarvoor serieus genoeg?

“We moeten dit gesprek in elk milieu durven aangaan. Creatieve industrieën – zoals de mode – zijn een uitgelezen plek voor discussies, of die nu gaan over gender of seksualiteit, oorlog of geweld.”

Je lijkt er niet van wakker te liggen dat activisme je carrière kan dwarsbomen?

“Dat klopt. Klanten verliezen is de collateral damage van mijn grote mond. Ik ga me niet inhouden om één show meer te kunnen lopen. Op carrièrevlak heb ik toch al alles bereikt wat ik wilde. Ik heb een parfum gedaan (Mutiny van Maison Margiela, red.), een Louis Vuitton-campagne, en ik liep elke show die je maar kunt lopen zo’n tien keer. Ik ben wie ik ben en ik hou van het feit dat ik een crazy, uitgesproken persoonlijkheid heb. Ik wil mijn stem niet meer verstikken voor een merk zonder politiek engagement.”

Vaak zijn dat high-fashionmerken. Hoe komt dat?

“Veel high-fashionmerken willen niet dat je een uitgesproken mening hebt. Hun spullen zijn bedoeld voor een klein deel van de bevolking dat veel geld te verbranden heeft en meestal conservatieve, kortzichtige ideeën heeft. Luxegoederen zijn populair in landen en regio’s waar mensen zoals ik vermoord of vervolgd worden, zoals Dubai. It’s the nature of the beast. Ik wil me daar niet door laten beperken.”

Is er echt niets dat je op professioneel vlak nog wilt bereiken?

“Ik wil me focussen op merken waarmee ik me verbonden voel en campagnes waarbij ik akkoord ben met de boodschap en de manier van werken. Zoals deze Esprit-campagne, dat is totaal anders dan high fashion, maar heel dankbaar. Je bereikt opeens een ander publiek. Er zijn veel merken die niks geven om de rechten van de LGBTQ-gemeenschap en alleen een transgendermodel als uithangbord willen om te kunnen zeggen: ‘Kijk hoe inclusief wij zijn.’ Daarvoor dien ik niet. Ik was succesvol toen ik stiekem als transvrouw in high fashion werkte. Het zou fantastisch zijn als ik campagnes kan blijven doen. Maar als dat niet zo is, so what?” (Het ziet er nochtans goed uit op dat vlak. Na ons interview scoorde het model een beautycampagne bij het eerder klassieke Chanel, red.)

Transgenders zijn geen freakshow.

De mode-industrie lijkt inclusiever te worden. Vind jij dat ook?

“Zeker. Diversiteit is ‘in fashion’ vandaag – de consument is anders gaan denken. Mode was heel lang iets voor welgestelde blanken. Tot mensen met een andere huidskleur of LGBTQ-leden zeiden: ‘Luister, mode is er ook voor ons. Wij kopen jullie kleren ook.’ Toen ik begon, waren er shows waarop geen enkel zwart model aanwezig was. Wanneer ik nu een show zie waarin vijf zwarte modellen lopen, denk ik: ‘Waar zijn de andere zwarte meiden? De collectie heeft 45 looks, guys.’”

Als model kom je heel zelfverzekerd over. Zijn er persoonlijke dingen waar je wel nog mee worstelt?

“Ja, in de liefde is het nog steeds moeilijk. Ik heb jongens gehad die van me hielden tot ze wisten dat ik trans ben. Maakt niet uit hoe perfect mijn boob job of vagina zijn. Op seksueel gebied is het stigma rond transgenders te vergelijken met dat rond hiv. Dan zeggen ze: ‘Je bent mooi en succesvol, but I just can’t.’ Ik heb hard gevochten om hier te staan, maar er zullen altijd mensen zijn die daar geen shit om geven en me compleet unlovable vinden, enkel en alleen omdat ik trans ben. Dat maakt me onzeker. Daarover bel ik ’s nachts met mijn moeder. Ja, ik ben zelfzeker, maar die afwezigheid van iemand die me ’s nachts vasthoudt, die breekt m’n hart.”

Wat is het grootste misverstand over transgenders?

“Dat wij ‘anderen’ zijn, die niet dezelfde rechten zouden verdienen. Die misvatting is soms levensgevaarlijk. Gisteren nog werd in de VS een transvrouw vermoord. We’re dying, letterlijk, gewoon omdat we bestaan. Dat is zo enorm tragisch en walgelijk. Ik wil me veilig voelen als ik over straat loop, maar op dat vlak laat de overheid ons in de steek. Op veel plaatsen mogen transgenders nog steeds niet in het leger, mogen ze niet het toilet gebruiken waar ze zich comfortabel voelen ... Dat zijn toch geen speciale privileges? Behandel ons gewoon als mensen.”

Runway lookbook