Nice to meet you: Odile Jacobs

Geüpdatet op 21 februari 2018 door Isabelle Foto’s: Julie Saverys
Nice to meet you: Odile Jacobs

Odile Jacobs leidt een dubbelleven. Haar nachten brengt ze door op de kraamafdeling van een Brussels ziekenhuis, overdag staat ze aan het roer van haar gelijknamige label.

Twee radicaal verschillende jobs, twee passies, twee contrasterende werkplunjes. Waar ze in het ziekenhuis in het traditionele bordeaux uniform van vroedvrouwen gehuld gaat, brengt ze haar dagjob door in knallende kleurenprints. Odile Jacobs staat voor statement ontwerpen in traditionele waxstof, een ode aan haar Belgisch-Congolese identiteit en een poging om de tradities van twee continenten te verenigen. “Ik werk vijf dagen na elkaar in het ziekenhuis in Brussel en blijf daarna negen dagen thuis in Damme, dan heb ik even de tijd om onder andere aan mijn label te werken.” Dat werken houdt ook een maandelijkse reis naar Ghana in om de productie van haar collectie op te volgen –“het blijft Afrika he, je moet je gezicht laten zien en constant controleren of alles wel juist verloopt.” Hoe ze die drukke agenda meester blijft? “Ik probeer me geen vragen te stellen en vooral niet vooruit te plannen, het is go with the flow. Een flow die het voorbije jaar plots wel héél snel begon te lopen!

Dualiteit heeft altijd al deel uitgemaakt van Odiles leven. “Ik heb Congolese roots, maar ben geboren en getogen in België en jarenlang deed ik mijn uiterste best om er westers uit te zien. Ik kleedde me en stylede mijn haar zoals de vrouwen van hier. Op een dag moest ik mijn hoofd scheren omdat mijn lokken beschadigd waren en mijn man vond het er super uitzien. Ik dacht ‘waarom niet’ en liet langzaam aan meer de Afrikaanse look toe. Ergens was ik mezelf een beetje aan het herontdekken en mijn label is daaruit voortgevloeid. Mijn moeder was ook verpleegster en combineerde dat met een job bij Vlisco, het bedrijf achter de originele wax stof. Ik stap nu in haar voetsporen, al had ik dat zelf nooit verwacht. Die terugkeer naar de roots inspireert me, alsook het werk van Gucci ontwerper Alessandro Michele. Ik vind het fantastisch hoe hij compleet tegenovergestelde stijlen en materialen door elkaar mixt, niets lijkt hem te gek.

Enkele jaren geleden besloot ik tot actie over te gaan en een reeks jurken te ontwerpen die mijn Afrikaanse én Europese identiteit verenigen.

Je hoort vaak mensen die een stuk als souveniertje meebrengen: oogt leuk, maar is na enkele draagbeurten al volledig versleten. Ik wilde dus een kwalitatieve collectie uit wax brengen en die een Europese snit geven. In het begin stonden mensen er hier wat twijfelachtig tegenover, ze vonden het er fantastisch uitzien op mij, maar dachten niet dat de look ook zou werken voor blanke vrouwen. Uiteindelijk begonnen ze toch langzaam toe te happen, het valt me trouwens op dat specifiek Vlaamse vrouwen wel wat meer durven als het op mode aankomt. Vorig jaar heb ik een koppelverkoop georganiseerd met de Brusselse ontwerpster Eva Velasquez en die was tegen alle verwachtingen in een gigantisch succes. Ik had mijn hele stock uitverkocht, maar bleef alsnog aanvragen binnenkrijgen. Ik ben dus maar terug naar Ghana gevlogen voor een tweede shift en zo is de bal aan het rollen gegaan.”

Wist je trouwens dat wax een van oorsprong Nederlands product is? In de achttiende eeuw ontwikkelden Nederlandse kolonisten de stof op basis van de batiktechniek die ze in Indonesië hadden leren kennen. In eigen land en in Indonesië zelf werd het geen succes, maar de handelsroutes van de VOC liepen langs West-Afrika en daar kreeg het materiaal tijdens korte stops wél voet aan grond. Op enkele decennia tijd raakte het helemaal ingeburgerd en werd het vooral door de Afrikaanse elite gedragen, wat het nòg populairder maakte en dus ook heel wat imitatie aanwakkerde.

Dat is vandaag de dag een beetje het probleem met wax: het is in Afrika een massaproduct geworden en er is veel slechte kwaliteit op de markt.

Het bleek dan ook een uitdaging om kwalitatief materiaal te vinden. Odile haalt haar stoffen uit Ghana en laat ze daar ook verwerken tot vrolijke jurken, hemden en broeken. “Ik reis er ongeveer één keer per maand heen en kies mijn stoffen gewoon op de lokale markt. Soms komt mijn man ook mee en gebruik ik hem als pasmodel om te zien hoe de stof op een blanke huid oogt, haha. Daarna breng ik mijn vondsten naar een fabrikant die ze op de juiste manier snijdt en naait. Ik heb enkele vaste modellen, maar niet elke print past erbij: soms wordt de tekening vervormd door de beweging van de stof, dus dat moeten we op voorhand goed bekijken. Het is belangrijk voor me om op die traditionele, ambachtelijke manier te blijven werken en dat is ook een grote beweegreden om mijn label bewust kleinschalig te houden. Als ik plots met grote producties en modeseizoenen moet werken, zou ik mijn hele productieproces moeten aanpassen en dat wil ik niet. We zijn organisch gegroeid en we blijven het bewust rustig aan doen."

"Daarom liggen mijn stukken ook niet in concept stores of dergelijke: ik leef van verkoop naar verkoop en zo gaat het voorlopig goed. Er staat omstreeks Pasen nog één ingepland en ik denk dat ik deze zomer ook één zal organiseren, maar ik weet nog niet hoe of waar.  Einde februari komt er ook een webshop. Ik heb er moeite mee om niet altijd zèlf mijn ontwerpen aan de man te kunnen brengen. Ik wil vrouwen minder verlegen maken, uit hun veilige hoekje halen en vaak vergt dat wat overtuigingskracht. Dan komen ze mijn winkel binnen en grijpen ze direct naar het veiligste ontwerp, terwijl ik ze -mits de juiste styling- kan laten stralen in een veel uitbundiger stuk.” Die styling blijkt erg veelzijdig en dat is meteen ook de kracht van Odile Jacobs.

Het zijn simpele, pure silhouetten en je kan ze op verschillende manieren stylen.

"Neem nu de oversized jurk: je draagt die open op een bikini, ’s zomers gesloten met hoge hakken en een leuke sjaal, ’s winters bovenop een kraagtrui en sneakers, of open als een kimono op een jeansbroek,…: je kan eigenlijk alle kanten uit! Naast de bestseller jurk die in menig Instagram feed opduikt, zijn er ook hemden, broeken, gigantische hoepelrokken, clutches én sinds kort ook jumpsuits. “Ken je die blauwe overalls waarmee boeren op het veld staan? Ik draag dat zelf dus ook heel graag en vond dus dat er ook een knipoog naar in mijn collectie moest.”

Van bordeaux verpleegsterplunje via de bleu de travail tot de knallende kleuren van Ghana: Odile Jacobs' credo "mode mag nooit saai zijn" knalt uit haar kleerkast en hetzelfde kan voor jou gelden. Zin in wat kleur? Houd haar aanstormende webshop in de gaten voor de data van privéverkopen of om online zelf een stuk te scoren.