BKRK Textiel: waarom zou je naar een expo over boerenkleren willen gaan?

Gepubliceerd op 17 mei 2018 door Isabelle
BKRK Textiel: waarom zou je naar een expo over boerenkleren willen gaan?

Omdat het verrassend interessant is! Wist je dat de muts van 19de-eeuwse boerinnen veel vertelde over hun sociale status? Dat ze het liefst in knalrood en felblauw rondliepen en dat ze minimum twee rokken boven elkaar droegen? Het gebeurt niet elke dag, maar wij ontdekten dit alles in een schapenstal. In het gezelschap van Tim Van Steenbergen. Wait, what?

Leuk project in Bokrijk: het provinciaal domein en openluchtmuseum nabij Genk zet elk jaar één artisanaal product in de schijnwerpers en deze keer is dat textiel. Je kan er workshops volgen, de kunst van textiel weven beter leren kennen, maar ook een boeiende expo, BKRK Textiel, van ontwerper Tim Van Steenbergen ontdekken.

De man dook in het historisch archief van Bokrijk en bracht de garderobe van plattelandsbewoners in de 19de eeuw opnieuw tot leven. Geen gemakkelijke opdracht, want in tegenstelling tot de gewaden van rijke burgers zijn er er weinig boerenkleren uit die tijd bewaard gebleven. Dit om de simpele reden dat ze hun kledij tot verslijtens toe droegen en die nadien nog eens recycleerden als zakdoek, vloerkleed, of tafellaken. Verspilling was geen optie, in tegenstelling tot de hedendaagse fast fashion cultuur die ons letterlijk met een berg textielafval opzadelt –getuige de volgepropte schuur aan de start van de expo, die pijnlijk duidelijk maakt hoe dolgedraaid onze modebeleving anno 2018 is.

Terug naar de 19de eeuw, die in een schapenstal –de lammetjes krijg je er als bonus bij- in al haar boerenglorie mag schitteren. We hebben een stereotiep beeld van plattelandsbewoners, gehuld in donkere gewaden met een rode stippensjaal om de hals. De realiteit blijkt anders, zo getuigen een reeks schitterende, historische stukken: boeren en boerinnen droegen rode en blauwe werkkledij, afgewerkt met stevige schorten en kunstige hoofddeksels –een kanten muts voor de vrouw, een hoge “faas” voor de man. De zondagse, zwarte cape werd over die werklook gedragen naar de kerk of naar belangrijke gelegenheden en dat is ook de reden waarom we zo’n somber beeld van hen hebben: camera’s waren hoogst uitzonderlijk in die tijd en dus werd het statiger kledingstuk voor elke photocall bovengehaald.

De neiging om duur design aan een zachter prijsje te kopiëren, bestond trouwens ook al. Meer zelfs: het lag aan de basis van een weeftraditie die een hele eeuw standhield in de Kempen. Het was de Franse keizerin Josephine, Napoleons vrouw en oer-influencer, die de trend lanceerde: zij pronkte in 1800 met kasjmieren sjaals uit India en gaf die smaak al snel aan andere vrouwen uit hogere kringen door. Al gauw kwam ook vanuit het platteland een vraag naar exotische sjaals, maar uiteraard had niet iedereen de middelen om zo’n handgeweven stuk uit het verre India te laten overkomen. Daarom ontwikkelden de boeren een blokprinttechniek om hun eigen “Josephine sjaal” te maken, een traditie die een goede honderd jaar bleef aanslepen –misschien herken je bij je grootouders nog zo’n erfstuk, gerecycleerd als tafellaken? Het is hoe dan ook fascinerend te beseffen hoe sterk de dynamiek van mode en trends zelfs al in die tijd was.

Leuk extraatje: Van Steenbergens aandeel in het project stopt niet bij de expo alleen. Onder het motto “Do You Remember” ontwierp hij ook een hedendaagse capsulecollectie, geïnspireerd op wat historische kledingstukken, foto’s en het onderzoek dat hij in het kader van de tentoonstelling voerde. De collectie wordt gedragen door alle medewerkers van Bokrijk en is sinds 5 mei te koop bij La Bottega in Hasselt, alsook de museumshop en online boetiek van Bokrijk.