De sering fascineert met zijn prachtige bloemen en rijke verhalen. Deze sierlijke struik, wetenschappelijk bekend als Syringa en behorend tot de familie Oleaceae, omvat zo’n twintig soorten die je kunt ontdekken in Azië en Zuidoost-Europa, elk met hun eigen verhaal. Naast dat hij een lust voor het oog is, staat de sering ook symbool voor zuiverheid en onschuld. Voor degenen die van tuinieren houden, biedt dit talloze mogelijkheden om kleur en geur aan de tuin toe te voegen.

Verschillende soorten en bloeitijd

In de familie van de sering vind je diverse varianten, elk met hun eigen charme. De bekendste is Syringa vulgaris, maar ook soorten zoals Syringa microphylla, Syringa vulgaris ‘Capitaine Baltet’, Syringa vulgaris ‘Belle de Moscou’, Syringa vulgaris ‘Prince Wolkonsky’ en Syringa vulgaris ‘Mont Blanc’ verfraaien vaak de tuin. Ze bieden bloemen in kleuren als wit, blauw, violet en roze. In april en mei bloeit de zomertuin volop en geeft alvast een voorproefje van de naderende zomer.

Planten en verzorgen

Het planten van een sering vraagt om wat kennis van wat hij nodig heeft. Het is verstandig hem in september of oktober te planten, op een plek met veel zon of halfschaduw. De grond moet rijk zijn en een goede afwatering hebben. Of je nu kiest voor een haag, losse exemplaren of massieven, seringen passen altijd wel in de tuin. Hoewel hij in de winter zijn bladeren verliest, blijft zijn structuur prachtig zichtbaar.

Zorg dat je bij het planten ongeveer drie meter ruimte tussen elke boom houdt – bij een haag volstaat 1,5 meter. De wortels kunnen zich namelijk tot wel drie à vier meter verspreiden. Begin met een gat dat twee keer zo breed en diep is als de kluit en leg er eerst een laagje kleikorrels of grind onder voor de afwatering. Vul het gat daarna met een mengsel van tuinaarde en wat compost of mest.

Onderhoud en snoeien

Na het planten heeft de sering regelmatig water nodig om de grond vochtig te houden, maar niet te veel om waterverzadiging te voorkomen. In de eerste twee jaar geef je tijdens het groeiseizoen extra water. Een laag mulch helpt het vocht te behouden, en in het voorjaar geef je met wat organische meststoffen een extra impuls aan de groei.

Snoeien doe je na de bloei, eenmaal per jaar, om de vorm mooi te houden. Het is handig nieuwe scheuten bij de basis af te knippen en kruistende takken of dood hout te verwijderen, wat tevens helpt ziektes te weren.

Ongedierte en ziektes

Hoewel seringen robuuste planten zijn, kunnen ze last krijgen van ongedierte zoals cantharidekevers, rupsen en otiorrhynchuskevers. Ook ziektes zoals bacteriose en meeldauw kunnen hun parten spelen. Gelukkig is de sering winterhard en kan hij temperaturen tot -25 °C doorstaan, net als enkele onderhoudsarme planten.

De plant gedijt het beste op frisse, rijke grond maar doet het ook goed op kalkrijke bodems, mits de afwatering goed is geregeld.

Kleurrijk spektakel

Elke seringvariant levert zijn eigen kleuraccent in de tuin, net als andere kleurrijke planten doen. Zo heeft ‘Capitaine Baltet’ bloemen in een blauwe tint gemengd met violet, ‘Belle de Moscou’ verrast met een mix van wit en roze, en ‘Prince Wolkonsky’ kent een frisse, violette tint.

Seringen groeien over het algemeen bossig, waardoor ze perfect zijn voor hagen of massa-aanplant. Maar je kunt ze ook als boom met een compacte kroon kweken voor een bijzondere uitstraling.

Kortom, de sering is een populaire plant voor elke tuin. Niet alleen door zijn schoonheid, maar ook door de symboliek die veel mensen doet denken aan zuiverheid. Dit motiveert tuinliefhebbers om deze prachtige plant met zorg te behandelen en te laten stralen.